
Onderbrekersystemen
Het toestel moet door
onderbrekersystemen met alle polen
van het net losgekoppeld kunnen wor
-
den! (In losgekoppelde toestand moet
een contactopening bestaan van min
-
stens 3 mm!) Die onderbrekersystemen
zijn overstroombeveiligingen en
veiligheidsschakelaars.
Van het net loskoppelen
Indien het stroomcircuit van het toestel
van het net dient losgekoppeld te wor
-
den gaat u afhankelijk van de installatie
als volgt tewerk:
– Smeltzekeringen
De inzetstukken helemaal uit de
schroefkappen nemen. of:
– Automatische schroefzekeringen
De testknop (rood) indrukken tot de
middelste knop (zwart) terugspringt.
of:
– Automatische zekering
(inbouwtype)
( Beveiligingsschakelaar voor
stroomleidingen, min. type B of C!):
Hendel van 1 (aan) op 0 (uit) zetten.
of:
–
FI-veiligheidsschakelaar
(Verliesstroomschakelaar) De hoofd
-
schakelaar van 1 (aan) op 0 (uit)
schakelen of de proeftoets in werking
stellen.
Het net moet na het loskoppelen be
-
veiligd worden tegen opnieuw in
-
schakelen.
Aansluitleiding
Sluit het toestel aan met behulp van
een kabel van het type H 05 VV-F of H
05 RR-F met de vereiste diameter.
Raadpleeg het stroomschema.
Voor de aansluitmogelijkheden verwij
-
zen we naar het stroomschema.
De toegestane aansluitspanning en bij
-
behorende waarden voor uw toestel
vindt u op het typeplaatje.
Vervangen van de aansluitleiding
Indien de aansluitleiding vervangen
wordt moet u, afhankelijk van de geko-
zen manier van aansluiten, rekening
houden met de diameter van de lei-
ding.
De aarding schroeft u op de met -
gemarkeerde aansluiting -.
Inbouw
34
Downloaded from www.vandenborre.be
Komentáře k této Příručce